Geraakt door ouders die niet worden gehoord!

Vorige week hebben wij als gezinshuisouders met een online workshop meegedaan van Nina Blessing, ‘Grenzen stellen bij Jeugdzorg’. Er deden ouders aan mee, die bezig zijn om hun grenzen aan te geven naar de hulpverleners binnen de jeugdzorg. Ouders die niet gehoord worden en waarvan een aantal hun kinderen uit huis zijn geplaatst. Het was bijzonder dat wij als gezinshuisouders meededen. Wat was onze intentie om mee te doen? Dat wij heel goed kunnen invoelen dat het zeer pijnlijk is als je kinderen uit huis geplaatst worden. Het is invoelen, maar wij zitten niet in hetzelfde schuitje als de ouders die hiermee te maken krijgen.

Het voelde kwetsbaar om bij de workshop aanwezig te zijn. Net als biologische ouders, ervaren wij als gezinshuisouders, dat het zorgsysteem tussen ons in staat. We zien ook dat ouders de pijn van het verlies dat hun kind(eren) door anderen die hebben besloten dat ze tijdelijk of voor langer niet meer thuis kunnen wonen, projecteren op gezinshuisouders. Dit kunnen we zelfs wel voorstellen, maar wij nemen de beslissing niet of een kind wel of niet uit huis geplaatst wordt. Wij kunnen voorstellen dat je als ouder je heel onmachtig voelt en dat het ondragelijk kan zijn dat een ander de beslissing neemt om je kind uit huis te plaatsen. Het blijft een kunst om geen strijd te gaan voeren met het systeem, maar om je eigen pijn te kunnen transformeren, dat je vervolgens in je kracht kunt komen te staan en duidelijk je grenzen aangeeft.
Er zit een groot verschil in of je kind vrijwillig of onvrijwillig uit huis is geplaatst. Wanneer je als gezinshuisouders met de biologische ouders samen de opvoeding kunt doen is natuurlijk het allermooiste, voor iedereen, ook voor het kind.

De workshop ging het voornamelijk over de vraag: hoe zorg je dat je duidelijk je grens aangeeft en hoe neem je als ouders je eigen plek in naar de hulpverlener? Er zijn niet veel hulpverleners die echt goed kunnen luisteren naar het kind en de ouders, is mijn (onze) ervaring, en om samen te onderzoeken wat zij nodig hebben. Hulpverleners hebben vaak hiervoor niet de ruimte en tijd, zo is onze ervaring. Het is overleven waar ze in terecht zijn gekomen, en dan is het niet mogelijk om echt te kunnen bieden wat er nodig is. De zorg en de scholing is niet gericht om naar hun eigen hart te luisteren. Dit ondersteund het systeem niet. We gaven in de workshop aan dat wij ook ervaren dat gezinsvoogden zo druk met hun volle caseload zijn, dat er weinig tijd over is en dat het altijd snel moet gaan. Laat staan als je ouders bent en niet gehoord wordt, hoe pijnlijk is dat.

Wij hebben een aanbod ouderschap vanuit je hart. Dit is bedoeld voor ouders zodat je een open houding kunt hebben naar jezelf en naar je kinderen binnen je opvoeding. Wij willen dit ook graag aanbieden voor ouders waarvan kinderen uit huis geplaatst zijn, om aandacht te hebben voor hun pijn, maar ook voor hun kracht. Dat ze naast de pijn die er mag zijn, ook hun kracht in kunnen zetten om van zich te laten horen, zonder strijd te voeren.

In eigen kracht in het gezin

In eigen kracht in het gezin

Meer investeren in het hele gezinssysteem, zodat er minder kinderen uit huis geplaatst hoeven te worden! Donderdagavond was er een zoom-bijeenkomst Zeven Vragen over de misstanden binnen de jeugdzorg https://www.facebook.com/lijst30/videos/477387903267078. Ik vond het een interessante bijeenkomst. Voor mij blijft de vraag, of het daadwerkelijk om zo`n grote groep kinderen gaat, die nu onterecht uit huis geplaatst wordt. Het zou mooi zijn dat het niet meer nodig hoeft te zijn, maar dan moet er eerst geïnvesteerd wordt in het gezinssysteem; dat eenieder in eigen kracht kan komen.

Wanneer kinderen bij ons in het gezinshuis worden geplaatst, zijn wij niet betrokken bij de keuze of het nu wel of niet nodig is geweest dat ze uit huis geplaatst worden. Wat eraan vooraf is gegaan, soms jaren, krijg je op papier en wordt besproken tijdens de matching. Je kijkt of het kind past in het gezinshuis, dat is onze rol. In de meeste gevallen zijn er al heel veel hulpverleners bij betrokken geweest. Naar de kinderen laat je weten dat je als gezinshuisouders neutraal bent, en geen rol hebt in de beslissing of het wel of niet terecht is geweest dat ze uit huis zijn geplaatst. In sommige gevallen weet een kind zelf duidelijk wat de reden is en dat hij of zij achter de keuze staat, hoe pijnlijk dat ook is. Omdat het gezien de situatie niet mogelijk was om thuis te blijven. Het geeft dan ook veel voldoening dat je dan een band met ouders kunt opbouwen, en dat je de biologische ouder altijd op de eerste plaats blijft zetten. Dat er ook ruimte is in het contact met de ouders voor hun pijn, dat ze hun kind niet in hun nabijheid zien opgroeien. Wij zijn de vervangende ouders, tijdelijk of voor langer. Onze insteek is om die samenwerking aan te gaan met de ouders. Daarom hebben we ook bij de start van het gezinshuis de samenwerking gezocht met het Simba Familiezorg programma, https://www.soskinderdorpen.nl/wat…/simba-familiezorg/ om een bijdrage te kunnen leveren om kinderen weer in eigen omgeving te kunnen plaatsen. In sommige gevallen is om verschillende redenen de samenwerking met ouders, tijdelijk of voor langer, niet mogelijk.

Vanuit mijn ervaringen in de Jeugdzorg, en ook binnen de GGZ, kan ik rustig zeggen dat er veel misgaat. Ik ben daar als hulpverlener heel nauw bij betrokken. Wat ik steeds heb gezien is dat er onvoldoende aandacht is om ouders, en kinderen, te leren voldoende in hun eigen kracht te komen. We leren van alles op school, maar dit niet. Als het om kinderen gaat, zijn ze afhankelijk van volwassen mensen. En kan het grote gevolgen hebben, als ouders niet voldoende draagkracht hebben. Mijn ervaring is dat hulpverleners veelal oplossingsgericht bezig zijn en zich minder richten om in eigen kracht te komen. Dan kun je de ander ook niet leren om in eigen kracht te komen. Ik heb door een escalatie binnen de GGZ, jaren geleden, vervolgens een lezing gehouden: ‘Werken vanuit je hart binnen de zorg’. Het is niet zo moeilijk om dat in de praktijk te brengen. Alleen ik heb tot nu toe niet gezien dat er een belang is binnen de organisaties en overheid om vanuit het hart te kunnen werken. Ik zie dat wanneer mensen in hun eigen kracht komen, dat er dan veel minder hulp echt nodig is. En dat er dan ook veel minder kinderen uit huis geplaatst hoeven te worden.

In de ouderbegeleiding zie ik dat sommige ouders bang zijn, dat hun kind uit huis geplaatst gaat worden. Dat ouders aangeven, als ze wel bepaalde informatie aan mij vertellen, dat ze dan bang zijn voor de gevolgen. Ik ben er altijd open in, om het te bespreken en dat je met de ouders gaat kijken wat er nodig is om deze situatie wel aan te kunnen. Dat we dat pad samen lopen, maar dat ik nooit iets onderneem zonder hun toestemming. En in die situaties, wanneer ouders niet mee kunnen werken, om dan andere stappen te ondernemen. Het komt voor dat ouders alleen naar het kind en situatie blijven kijken. En dat ze niet kunnen, en soms misschien ook niet willen, om in de eigen spiegel te kijken, om welke reden dan ook. Ik ga ervan uit dat ze daar een reden voor hebben en dan heeft dat gevolgen voor de kinderen. Dan worden onderliggende onmacht-patronen weer doorgegeven aan de volgende generatie.

Ik vind daarom zo belangrijk dat er voldoende geïnvesteerd wordt in bewustwording bij ouders, om dan samen met de kinderen stappen te kunnen zetten, zodat eenieder in eigen kracht kan komen. Het aanbod ouderschap vanuit je hart, wat ik samen met Wim ontwikkeld heb, sluit daar mooi bij aan. Daar gaan wij verder mee.

Een afrondende sessie met paarden

Een afrondende sessie met paarden

Een moeder rondde haar proces af en in het voorgesprek kwamen de verschillende thema`s aan bod waar ze aandacht aan had besteed. We zijn daarna de paardenbak in gegaan, wat ze wel spannend vond. Ze legde twee ringen op de grond: een ring voor zichzelf en een ring om het belangrijkste thema waar ze aan gewerkt heeft te verbeelden: grenzen stellen.

Toen kwam Femke, de Shetlander pony en die ging tussen haar en de ring van grenzen stellen staan. Ik vroeg na een tijdje wat dat met haar deed. Ze vertelde dat ze voelde dat haar hartslag omhoogging. Na een tijdje vroeg ik, wat er tussen haar en de grens staat. Ze benoemde een aantal dingen, die er altijd tussen komen. Nu geeft ze eerder een grens. Toch bleef Femke staan en ze besefte dat dit thema nog niet klaar is. Dat ze nog meer haar grenzen mag geven, ook naar haar zoon. In vergelijking met eerder is er een groot verschil, hij is veel minder boos. Toen dit erkend werd door haar, liep Femke wat verder en kwam Vera, het andere paard, erbij. Zij ging achter de ring van de grens staan. Toen was het één kring en voelde het afgerond voor haar (jammer genoeg heb ik daar geen foto van).

Stilte in het oog van de storm!

Er komt momenteel zoveel voorbij aan verschillende visies en gevoelens die gedeeld worden, en als ik het niet begrens dan voelt het soms teveel. Ik voel ook innerlijk de kracht om te blijven staan in deze storm en dan is er ook stilte. Vooral in de natuur en zomaar hier voor het huis, met de dieren en de paarden.

Ik kies er bewust voor om die verschillende kanten en visies te lezen en steeds blijven voelen wat het met me doet, zonder mij met alles te verbinden. Soms heb ik er moeite mee, vooral als er veroordelend gereageerd wordt op elkaar, dat voelt heel onprettig. Ik zie ook de uitdaging in deze tijd, dat we naast elkaar kunnen leven met allemaal onze eigen visie en ook onze grenzen, die we blijvend kunnen aangeven.
Ik vergelijk het weleens met het gezinshuis, waar er ook van alles op je afkomt en het de kunst is om in verbinding met jezelf te blijven. Als er dan veroordelend op elkaar wordt gereageerd, dan vind ik die sfeer niet fijn. Alleen: er zijn grenzen, tot hoever je gaat. En met die kaders erbij geeft het ruimte om daarbinnen voldoende jezelf te zijn en te uiten. Het geeft ook veel veiligheid dat er ruimte is voor al die gevoelens/emoties, zonder veroordeling.
In het aanbod Ouderschap vanuit je hart staan we weer open om met elkaar te delen, hoe we in het leven staan en hoe we daar in ons gezin mee omgaan. Het thema zal nu zijn: Hoe leven we in deze tijd, vanuit angst of vanuit verbinding?

 

Vertrouwen en grenzen

​Deze onderstaande sessie bevestigd hoe belangrijk het is dat je als ouders zelf de ruimte geeft aan je eigen gevoelens en dat je die open kunt delen met de kinderen. Hierdoor kunnen kinderen leren om te vertrouwen, dat ze ook hun gevoelens toe kunnen laten, zodat hun veld ruimer wordt. Ze kunnen dan gemakkelijker hun gevoelens delen en grenzen geven. Ik zie in deze tijd dat we nog meer beproefd worden in onze grenzen, en het wel of niet kunnen tonen van gevoelens/emoties. Toch merk ik dat het niet vanzelf gaat om je gevoelens toe te kunnen laten en je grenzen te geven, als we dat van kinds af aan niet gedaan hebben. We komen vaak eerst in een crisis om dat vervolgens te kunnen leren. En ook niet alle mensen lukt het om dat in de praktijk te brengen na een crisis. Het hangt ervan af welke hulpverlener/coach je begeleidt in dat proces. Via een methodiek leer je dat niet, dit kan alleen wanneer de hulpverlener/coach het zelf toepast in haar of zijn leven.

Ik zie nu nog meer om me heen dat we uitgedaagd worden, waar houden we ons aan vast aan schijnzekerheden of om op ons zelf te gaan vertrouwen.
Wat bijzonder deze sessie vanmorgen. Hij kwam samen met zijn vader. Vader gaf aan dat zijn zoon nog wel steeds snel boos wordt. S vindt het eigenlijk wel genoeg geweest dat hij hier naar toe gaat. Hij heeft wel genoeg geleerd. Ik heb geprobeerd om het proces duidelijk te maken aan de hand van een dier, dat we de kop gehad hebben en nu met het lijf beginnen. Dat is minder voorspelbaar. En dan gaat het er ook om, om bij je gevoel te kunnen blijven. Dat je een breder veld om je heen kunt creëren, waardoor je meer jezelf kunt zijn en minder snel boos hoeft te worden. Je kunt dan eerder je grens aangeven of je gevoel benoemen. Dat is nodig om goed bij jezelf te kunnen blijven.

Hij wilde ook wel graag een keer in de paardenbak. We hebben een oefening gedaan: hoe groot is zijn veld nu om zichzelf heen is en hoe het voelt als het veld groter is? Hij kan heel goed zijn gevoel daarin benoemen. Toen hij op de plek van weinig ruimte stond, kwam het paard heel dichtbij. Hij gaf geen grens en ik zag niet wat hij erbij voelde. Daarna kwam het paard nog een keer heel dichtbij. Ik moest het paard de grens geven, zodat zij naar achteren ging. We gingen verder buiten de bak om dit proces voort te zetten. Hij gaf aan dat hij het indringend vond dat het paard dichtbij kwam, in zijn veld kwam. Ik zei wat voelde je erbij? Dat weet ik niet, zei hij, ik ging naar mijn hoofd. Dit is het patroon wat hij doet als iets te dichtbij komt. Thuis is het veilig om zijn boosheid te laten zien.
Dit werd nog een keer bevestigd, toen ik vroeg: als je vader had gedaan wat het paard deed, wat had je dan gedaan? Dan was ik wel boos geworden, zei hij. We hebben daarna een oefening gedaan, dat ik steeds een stapje dichter bij hem kwam en dat hij bleef voelen en niet naar zijn hoofd ging. Totdat hij voelde, nu wil ik weggaan, naar mijn hoofd dat hij dan stop zegt. Zo leert hij in stapjes om bij zijn gevoel te blijven en zijn grens te geven. Zodat hij dat ook thuis kan doen en op andere plekken. Ouders geef ik ook begeleiding en soms samen met het kind erbij om hier mee te oefenen. Daarin pakken kinderen het gemakkelijker op, dan ouders die vaak niet gewend zijn om hun gevoelens de ruimte te geven.

Op je schuldgevoel inspelen, bewust of onbewust!?

Wie herkent het, dat wanneer kinderen per ongeluk iets kapot maken, dat ze zich dan schuldig voelen? Ik ken het nog van toen ik kind was, en er iets kapot ging, dat ik dat niet aan mijn ouders durfde te vertellen, omdat ik bang was dat ze boos zouden worden. Gek is dat eigenlijk, als iets per ongeluk gebeurd, dat ouders dan boos worden.
Ik zie het nu ook nog om me heen, dat kinderen zich dan schuldig voelen. Ik zeg er altijd bij, ik kan me voorstellen dat je ouders vanuit teleurstelling zo kunnen gaan reageren. Het zou dan handig zijn, dat ouders dat er even bij zeggen. Dat het niet met hun te maken heeft, maar dat ze ervan balen, bijvoorbeeld, dat het nu alweer stuk is.

Er wordt regelmatig op ons schuldgevoel ingespeeld, bewust of onbewust. Jaren geleden toen ik geen griepspuit wilde, werd er door collega’s gezegd: en je wilt het wel de ander aandoen om ze te besmetten?! Dat komt wel binnen!
Ik zie dit als een patroon, dat we onze onmacht meestal op anderen richten. We moeten een schuldige aanwijzen. Onze emoties/gevoelens moeten we verklaren of verwijzen naar een oorzaak, of naar de ander. Mijn ervaring is dat we moeite hebben om de gevoelens/emoties voldoende toe te laten. We gaan dan vanzelfsprekend naar ons hoofd om te verklaren, of om die gevoelens bij de ander neer te kunnen leggen.

Dit is wat ik nu ook zie in wat er in de wereld gaande is. Er komen nu heel wat gevoelens/emoties in deze tijd voorbij. Angst, maar ook ruimte en creativiteit, soms n.a.v. een stukje in de media wat je leest. Wat mij opvalt is als er negatieve zaken aan het daglicht worden gesteld, dat er soms met een hele negatieve lading op wordt gereageerd. Wanneer het positief is, dat mensen daar heel positief op reageren. Ik vind het ook dapper dat mensen naar buiten brengen wat er volgens hen achter de schermen gebeurd. Het doet mij ook denken aan dat ik in mijn familie lastige situaties bespreekbaar heb gemaakt. Het is niet altijd gemakkelijk om bespreekbaar te maken waar niet over gepraat wordt.

Het gaat volgens mij allemaal om bewustwording en daar hoort bij daar zicht op te krijgen op licht en donker. Wanneer mensen negatieve zaken onder de aandacht brengen, wil niet altijd zeggen, dat ze dan strijd gaan voeren. Het is van belang dat alles er mag zijn, en dat je je eigen gevoelens/emoties herkend en de ruimte geeft. Laat jij de emotie er voldoende zijn, of verwijs je snel naar de ander en geef je de ander de ‘schuld’ ervan?