Hoe bewust zijn we van onze spiegels en wat we daarbij voelen?

Ik vind het wel bijzonder als ik daar bij stilsta.

De ruimte van het Friese platteland geeft mij nu een heel ruim gevoel. Jaren geleden had ik veel meer het beschutte landschap van Twente nodig om mij prettig en veilig te voelen. Ik kan nog wel eens de behoefte hebben aan het beschutte. Ik zorg dat ik naar dat gevoel luister en hoef dan niet perse naar Twente te rijden.
Hoe bewust zijn we van onze gevoelens? Dit kan zijn in alles wat we ondernemen: wat doet dat met ons gevoel? Of doen we maar wat en voelen we niet echt wat het met ons doet? Het hoeft ook niet zo te zijn, dat we alleen maar dat opzoeken wat een fijn gevoel geeft. Het valt mij wel op, dat veel mensen en kinderen dat wel doen. Het zal ook niet zo zijn, dat we heel bewust, dan maar de dingen gaan doen die we niet fijn vinden. Het gaat er volgens mij om, wat je van buiten tegenkomt, hoe ga je met dat gevoel om? Laat je dat toe of leiden we dat af? Als we het toe willen laten, betekent het dat we het niet gaan afleiden.

Ik reageer, dat het belangrijk is, dat je durft te voelen wat het met je doet. Je hoeft het ook niet altijd fijn te vinden. Het zou mooi zijn, dat je het gevoel niet wegstopt, maar kunt voelen wat het met je doet. Ik zie ook hoe kinderen flexibel kunnen zijn en dealen met de situatie en het minder fijne gevoel ervan toelaten. Dit is niet altijd zo, maar dan is de kunst om het gevoel de ruimte te geven. En niet door alles meteen af te leiden. Voel maar even dat je je ‘kloten’ voelt en niet het gevoel weg-eet of gaat internetten.
Dit geldt dan ook voor ons! We kunnen dit niet aanreiken aan kinderen, als we dat zelf niet toepassen! Of toegeven, dat we nu zelf het gevoel ook weer afgeleid hebben. Dan ben je volgens mij een prachtig mooi voorbeeld voor de kinderen!

Wanneer kom ik nou echt aan mezelf toe?

Of kan ik het innerlijke werk in mijn dagelijks leven integreren?
Ik hoor regelmatig mensen zeggen, ik heb daar geen tijd voor, om bepaalde oefeningen toe te passen om dichter bij mijn gevoel te blijven. Alsof we daar speciaal voor moeten gaan zitten. Met sommige oefeningen is dat wel handig om het je eerst meer eigen te gaan maken.
Ik heb het altijd al een uitdaging gevonden, toen de kinderen klein waren om mijn innerlijke werk in het dagelijks leven te brengen. Ik had voor dat de kinderen geboren zijn een kunstzinnige opleiding gedaan. Ik was bang wat ik toen verworven had dat ik dat teveel aan de kant moest zetten, vanwege de kinderen.
Ik was bijvoorbeeld begonnen met accordeonspelen en schilderen. Ik weet nog dat mijn eerste optreden was, toen mijn dochter 3 maanden was. Het gaf mij de nodige energie en voldoening om dit te combineren met moederschap.

Het schilderen deed ik vaak in de avond, laagjes verf, eindeloos over elkaar brengen waarin je van alles van jezelf in tegen komt. Mijn speelse, perfecte, vrijheid en mijn beperking etc. Ik zat dan echt in de flow en gaf mij voeding.
Later en zoals nu, is het minder expressief, het is wat meer naar binnen gekeerd en de ademhaling en het doorstromen van allerlei lijfelijke oefeningen. Het buiten leven en de dieren staan daarin ook nu centraal. Ook bewuster met voeding om gaan, naast dat de kinderen ook ‘gewoon’ willen eten, waar ook snoep en chips bij hoort. Dat het naast elkaar kan bestaan.
Dat ik niet over mijn gevoelens heen stap of onderdruk als ik in contact ben met de kinderen of anderen. Dat ik in alle werkzaamheden in verbinding kan blijven, als dat nou is als ik de was opvouw, of in een sessie ben, om ouderbegeleiding te geven. Ik merk steeds meer dat er geen verschil is. Dat betekend niet dat het altijd vanzelf gaat. Ik heb daar echt wel mijn aandacht bij nodig.

In mijn omgeving of in de ouderbegeleiding hoor ik regelmatig dat het wordt opgesplitst. In de opvoeding ben ik er voor de kinderen, als de kinderen op bed liggen komt er wat tijd voor mij vrij, maar dan ben ik vaak moe! Of ik ga een avond naar Yoga dan heb ik tijd voor mezelf. Hoe kom ik in het dagelijks leven nou echt aan mezelf toe?

Open communiceren!

In het aanbod ouderschap vanuit je hart is open communiceren een onderdeel waar we aandacht aanbesteden. In het gezinshuis, staan we daar heel bewust bij stil, hoe doen we dat en hoe open kunnen we zelf zijn?
Laat jij je eigen kwetsbaarheid zien?
Geef je ook voorbeelden uit je eigen ervaringen uit je jeugd aan je/of kinderen?
Hoe flexibel ben je, kun je ook terug komen op bepaalde afspraken en wijzigen?
Hoe ga je met veroordeling om als kinderen dat doen en veroordeel je de ander ook?

Erna
Het kost mij nu geen moeite meer om open te zijn. Dat was vroeger wel anders. Ik kon b.v ook toen niet huilen. Ik zeg dat ook wel eens naar kinderen of volwassenen, wanneer ze zich afsluiten voor gevoelens. Ik gebruik ook wel eens het voorbeeld dat ik vroeger niet boos was als kind, maar later toen mijn kinderen klein waren, kon ik als moeder heel boos worden, als ze iets deden wat ik niet wilde hebben. Ik kon dan ook wel zeggen, ik ben boos over wat je doet, maar de lading wat mee komt, hoort niet bij jullie. Dat is van heel lang geleden.
Ik kan ook wel toegeven, dat ik iets niet goed heb gezien, of het even niet meer weet, of weinig kan hebben!

Wim
Open communiceren is voor mij de kunst om met iemand in echt contact te zijn, dus om te delen wat je voelt. Daarbij merk ik dat mijn eerste neiging is om ‘uit te reiken’ naar die ander. Het is voor mij belangrijk om in het contact om niet vanuit ‘please-gedrag’ te vragen hoe het met hem of haar gaat. Of mee te praten. Ik vind het niet moeilijk om zelf een ander standpunt te hebben. Als kind was ik zelf niet op de voorgrond. Ik hoor van anderen wel dat ik goed kan luisteren en teruggeven. Mijn uitdaging is om meer stil te staan bij mijn eigen binnenwereld, wat ik daarbij voel. Bewust ademen helpt mij daarbij. In het samenwerken met jongens op de boerderij voel ik een open, rustig contact. Toen ik een keer last had van een overdreven manier van communiceren van iemand anders, heb ik aangegeven dat ik er last van had. Daarbij hou ik het bij mezelf; dus niet dat die ander moet veranderen.
De ander veroordelen, vind ik een belangrijk onderdeel wat we in gesprek brengen. Wanneer alles de ruimte krijgt, dat alle gevoelens er mogen zijn, hoef je de ander niet meer te veroordelen. Het uitspreken, dat jij het niet prettig vindt wat de ander doet, is dan heel belangrijk. Dat jij op een andere manier naar de situatie kijkt, maar de ander kan er anders naar kijken. Het kan soms heel gecompliceerd zijn voor kinderen zoals van gescheiden ouders.

Dit kom ik regelmatig tegen in ouderbegeleiding en in gesprek met de kinderen. Nog niet zo lang geleden, zei een kind tegen mij, waar de vader bij was en waarvan de ouders zijn gescheiden: ‘wie moet ik nou geloven mijn vader, of mijn moeder? De ene zegt dit en de andere zegt dat! Ik zei dat is ook knap lastig voor je! (een kind van 12 jaar).
Ik zei daarin vind je vader iets en je moeder en het belangrijkste is, dat die verschillen naast elkaar er mogen zijn. Dat er geen waarheid is. Dat je vader je moeder niet veroordeeld en je moeder je vader niet. Dan kan het bij jou misschien wel eens afwisselen, dat je de ene keer je moeder daarin gelooft en de andere keer je vader.
Het mooiste is dat je ouders voor kunnen stellen dat het voor jou heel lastig is en dat jij alle ruimte krijgt van je ouders. Dat je niet het gevoel hebt dat je partij hoeft te kiezen. Wat vaak wel gebeurd. Ouders gaan onbewust vaak steun bij de kinderen zoeken en dan voelen de kinderen niet de ruimte en komen ze in de knel.
Het gaat dus om open communiceren om dat te leren, op allerlei gebieden. Hoe gemakkelijker we onze gevoelens/emoties toe kunnen laten hoe beter dat we dat kunnen. Hoe meer contact we echt hebben met elkaar.

Wat maakt dat moeders zich schuldig voelen!

Het valt mij op, in de ouderbegeleiding, dat moeders zich schuldig voelen als ze niet voldoende tijd hebben voor de kinderen.
Ik ken dat zelf ook dat ik als moeder, eigenlijk alles wilde, mijn werk, opleiding, persoonlijke ontwikkeling en sociale contacten onderhouden en voldoende aandacht voor de kinderen.
Ik kon mij eerder schuldig voelen naar de kinderen, als ik ze niet voldoende aandacht kon geven, dan t.a.v. mijn andere werkzaamheden of opleiding. Ik kwam er ook achter dat het te maken had, dat mijn moeder er niet voldoende voor mij kon zijn. Ze was er wel maar voor mij niet voldoende bereikbaar. Door hier de pijn van toe te kunnen laten, kwam er meer ruimte. Ik ervaarde toen dat ik meestal de tijden als ik er was voor de kinderen, dan was ik er ook echt met mijn aandacht! Ik was al blij dat dit lukte.

Het schipperen tussen zoveel activiteiten besef ik mij nu steeds meer, dat het heel veel was. In de opvoeding kom je ook zoveel onverwachtse situaties tegen. Ik merkte dat het zo belangrijk is dat je dan in het nu kunt zijn en niet met je hoofd al bij wat er nog meer moet gebeuren.
Hoe doe je dat, dat zijn aandachtspunten die wij in de lezingen en workshops ‘ouderschap vanuit je hart’ aandacht geven.
Het is ook interessant om te kijken of vaders zich ook schuldig voelen als ze te weinig tijd hebben voor de opvoeding?